[Gastblog van juf Jantine]
Wie wil starten als zij-instromer in het onderwijs, die zal gegarandeerd tegen een aantal hobbels aanlopen. Als ervaren zij-instromer, ben ik die ondertussen wel tegengekomen. Dus hierbij vier tips om je leven wat te vergemakkelijken.
Tip 1: Je weet niets, dus vraag!
Je kan nog zo goed zijn in je ‘oude’ werk. Wanneer je start op een nieuwe school weet je N-I-E-T-S. Je weet niet hoe het koffieapparaat werkt, je weet niet waar het magazijn is, je weet niet waar de sleutel voor het speelgoedhok ligt, en je weet al helemaal niet hoe je een lesdag start, of afrondt. Geeft niets, als je niets weet heb je ook een snelle leercurve. Daarom mijn eerste tip voor de startende zij-instromer: 10.000 vragen. Zorg ervoor dat je aan een maatje gekoppeld wordt, ga op de deurmat liggen bij je buurleerkracht: maar stel al je vragen. Want: als je weet waar de thee ligt, je het kopieerapparaat kunt bedienen én weet hoe de time-timer in de klas werkt, dan start je dag zoveel relaxter.
Tip 2: Leerkracht zijn is meer dan lesgeven
Heb je je net met trillende knieën gesolliciteerd bij je schoolstichting, ben je met horten en stoten door de eerste assessments heen gerold, en heb je de eerste lessen gevolgd bij de PABO, dan lijkt het erop dat zij-instromer zijn bestaat uit het lesgeven, en met name het voorbereiden van een stimulerende, rijke en veilige leeromgeving. Maar de praktijk is anders! Juffen en meesters zitten een groot deel van de tijd in vergadering, moeten evaluatieformulieren invullen, of hebben een nascholing. Ontzettend interessant allemaal, maar waar blijft de tijd om lessen voor te bereiden? Je lesformulieren aan te vullen met interactieve werkvormen?
Daarom tip nummer 2: Hou hier rekening mee. Weet dat een leerkracht procentueel gezien weinig tijd heeft om die lessen voor te bereiden. Dus probeer dat ook niet meteen te doen. Hoe langer je werkt, hoe meer je ‘uit je mouw schudt’.
Tip 3: Begeleiding is alles
Zoals ik al zei: een zij-instromer wordt bij het lesgeven aardig in het diepe gegooid, en zal een heleboel zelf moeten uitvinden. Hoe overleef je dan? Door heel hard te zwemmen (spartelen) en door de juiste begeleiding. Een fijne begeleider geeft je tips op het gebied waar jij vragen hebt, zal je adviseren over je lessen, maar geeft ook informatie over alle bijkomende zaken. Daarom een tip: als je geen goed gevoel hebt bij je begeleider, geef dit aan! Zonder juiste begeleiding wordt het zwemmen zoveel zwaarder, en kan je zelfs zinken.
En daarom ook een tip voor alle ervaren collega’s: loop eens bij de starter of zij-instromer langs, als jij de lampionnen volgende week gaat maken, omdat het anders zo krap wordt. Zeg nog even een keer dat de externe muziekdocent op die dag langskomt, of dat de groepsbesprekingen over 2 weken ingeleverd moeten worden. Er komt zoveel op iemand af, dat is niet bij te houden. Zulke kleine tips maken een wereld van verschil.
Tip 4: Adem!
Studeren, verslagen maken, lessen voorbereiden, lessen geven, vergadering, rapport schrijven, oudergesprek, lessen voorbereiden, lessen geven, extra leuke les maken, nakijken, kind met problemen extra ondersteunen, studeren, wiscat toets maken, lesgeven, begeleider komt kijken, verslag maken, reflectieformulier, studiedag, oudergesprek, nakijken, lessen maken… etc.
Het leven van een zij-instromer kan zo ontzettend gevuld lijken, zonder overzicht. De laatste tip is: ADEM. Het komt goed. Vraag hulp waar nodig, geef aan waar je tegen aanloopt, en geniet. Want uiteindelijk heb je gekozen voor het meest fantastische beroep ter wereld! Voor het beroep waar je na schooltijd met liefde wat extra leuks bedenkt voor de volgende dag, waar je tekeningen krijgt voor ‘de liefste juf/meester ter wereld’. Het beroep waar je spontaan knuffels krijgt als een rekenles goed ging, en waar je heerlijke creatieve en gezellige middagen kunt hebben.