De verkorte opleiding rekencoördinator deel 2

rekencoördinator

Na de zomervakantie startte ik met de verkorte opleiding rekencoördinator. Ik volgde deze bij Bazalt en alle dagen waren in mijn eigen woonplaats. Heerlijk! Het waren wel intensieve dagen en de perioden tussen de dagen moesten wij op school aan de slag met ons portfolio. Ik schreef hier al eerder een blog over. Deze kun je hier lezen. 

Dat lege canvas

Als je mijn  vorige blog hebt gelezen, dan weet je dat ik daar eindigde met een leeg canvas en een beetje paniek. Een portfolio over je eigen ontwikkeling. Het was zo breed. Ik besloot veilig te starten met een taakomschrijving. Doordat ik mezelf in de taken van een rekencoördinator verdiepte werd een logische tweede stap een rekenbeleidsplan. Een praktisch plan en niet een heel boekwerk. Dat gaan mijn collega’s toch niet lezen en je wilt als leerkracht gewoon snel zien welke stappen je kunt nemen als je bij een leerling merkt dat het niet vanzelfsprekend gaat of als het juist veel te makkelijk gaat. 

Het rekenbeleidsplan

Ik begon dus in de tijd die ik voor mijn taak als rekencoördinator had te lezen over rekenbeleidsplannen en het werd mij steeds duidelijker. In die rekenbeleidsplannen werd heel goed gekeken naar wat zwakkere rekenaars nodig hebben, maar die sterke rekenaar kwam in de meeste rekenbeleidsplannen niet aan bod. In het boek “Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie” gat het over fase groen voor leerlingen die geen problemen hebben, leerlingen met geringe problemen zitten in fase geel, zak je verder af naar fase oranje en de laatste fase is fase rood. Dan steven je af op een dyscalculieverklaring. Ik vat het even heel kort samen, misschien wel te kort. Ik miste eigenlijk nog een fase boven die groene fase. Deze fase noemde ik blauw. In principe starten alle leerlingen in fase groen. Dat is ook de fase waar het merendeel van je leerlingen altijd in zitten. Deze leerlingen hebben voldoende aan je instructie en halen voldoende resultaten. In fase blauw zit (even in een notendop) de leerling die zich bovengemiddeld goed ontwikkelt en behoefte heeft aan extra uitdaging.

De kracht van rijke rekenvragen

Ook las ik het boek “Rijke rekenvragen in een notendop”. Rijke rekenvragen zijn vragen die leerlingen uitnodigen om actief hun feitenkennis en procedurele rekenvaardigheden in te zetten én met inzicht flexibel te denken en redeneren. Het zijn vragen die het creatief denken en handelen, probleemoplossend denken en handelen en kritisch denken en redeneren stimuleren. Kort gezegd: een rijke rekenvraag is een vraag die de leerling ‘aan’ zet.  Een standaardvraag is: 6×8 =. Een rijke rekenvraag is: Welke keersommen kun je bedenken bij het antwoord 48. In een werksessie ga ik dit als rekencoördinator met mijn collega’s delen. Meer hierover binnenkort in een volgende blog. 

Presentatie van mijn portfolio

Enkele weken terug was het tijd om mijn portfolio over de verkorte opleiding rekencoördinator te presenteren. Ik heb in 10 minuten verteld over wat ik allemaal heb gedaan dit schooljaar en welke vervolgstappen ik nog wil gaan zetten. Zo wil ik nog de klassen in om bij mijn collega’s te gaan kijken en wil ik in verschillende werksessies mijn collega’s meer vertellen over het rekenonderwijs. Als tip kreeg ik nog mee om in de kwaliteitskaart rekenen (die had ik vorig schooljaar al gemaakt) een verwijzing te plaatsen naar het rekenbeleidsplan. 

Geef een reactie

Om je de beste ervaring te kunnen geven maken wij gebruik van Cookies. Door het gebruiken van onze website ga je hier automatisch mee akkoord. Wil je meer informatie? Klik dan hier.